Om een lang verhaal kort te maken
We zitten aan een tafel die gevuld is met koffie, thee en Mam’s appeltaart. Loek is een graag gezien persoon in Wervershoof. Hij heeft veel op z’n palmares staan. Een aantal van die items komen hier aan de orde. Maar eerst laten we ons het gebodene meer dan smaken.
Op zeventienjarige leeftijd is Loek begonnen in Sarto in Andijk met muziek draaien bij de Tienerclub. Er werd wat apparatuur bij elkaar geschraapt en het geluid van de microfoon ging over de eigen installatie van Sarto en de eerste Discotheekavond was een feit. Voordat deze avond van start ging werd er natuurlijk eerst reclame gemaakt. Aanplakbiljetten werden gemaakt en de avond werd een succes waarop er nog meer avonden volgen. Mooi feitje is dat de naam die Loek al jaren bij zich draagt, LoBo, die tijd ge-boren is. Deze naam prijkte ook op de posters. De Boezoekibar had interesse en Loek had daar wel oren naar. Met een geleende installatie werd hij de eerste DJ in West-Friesland.
2 linkerhanden
De interesse voor muziek heeft Loek zelf ontdekt. Luisteren naar Radio Luxemburg. Z’n eerste elpee was van The Scorpions, Hello Josephine. Deze elpee staat nog steeds in de collectie. Z’n eerste single is niet meer bekend.
Loek had ook al vrij jong z’n eigen installatie en een handige vriend (Loek heeft 2 linker-handen) timmerde een kist voor hem dat alles praktisch kon worden opgeborgen en zodat het ook handig uitgestald kon worden tijdens het draaien van zijn vinyl, wat hij ook in eigen beheer allemaal aanschafte. Een aantal mensen kregen er lucht van en zodoende draaide Lobo op vele plekken. Ook op scholen werd er gedraaid. De entree was één gulden vijftig waarvan tweederde voor Loek was. “In de regel kwam er een mannetje of 3 à 400. Dat is toch leuk. Ik werkte in die tijd bij de scheepswerf de Jongens in Enkhuizen en verdiende 45 gulden in de week. En dat extraatje kon ik natuurlijk wel gebruiken.” (Tekst loopt door onder de foto)
Boonebar
In 1972 opende de Boonebar z’n deuren aan de Simon Koopmanstraat en Loek kon natuurlijk niet achterblijven met zo’n naam. En omdat moeder Boon (Boonebar) een stuk of 7 dochters in een mooie leeftijd had was het geen straf om niet thuis te blijven. En helemaal niet dat Simon Boon aan Loek vroeg of hij plaatjes kon draaien in zijn café. “Er is een tijdje geweest dat ik op vrijdag en zondag in de Boonebar draaide en op zaterdag in de Boezoekibar. Maar op slot was dat zo’n gesleep dat ik besloot om het hele weekend maar in de Boonebar te gaan draaien. Elke dag van het weekend was het vol, inclusief de Andijkers die eerst altijd bij de Boezoekibar kwamen.”
Koe in z’n kont
Op 1 mei 1977 draaide Loek de sleutel van deur om van Cafe El Lobo. Een eigen café waar hij 5 jaar gedraaid heeft. “We hadden de tijd mee. Veel mensen gingen naar het café, ook door de week met elke avond ander volk. Je hadden in die tijd de Boonebar, van Rooijen, café de Roos (Heessels), Beer Ruiter, Nic Bot, de Boezoekibar en overal zat volk. Wat dat aangaat heb ik geluk gehad dat het die tijd goed ging met de economie. Achteraf had ik nooit moeten weggaan, maar achteraf kijk je een koe in z’n kont. Zo is het.
“Ik deed wel eens op zondagmiddag Ierse muziek en dat vond ik enorm leuk om te doen. Ik wilde meer gaan doen met livemuziek. De middelen die aanwezig waren, waren vrij beperkt en net voordat het 5-jarig contract afliep met de huurder kwam De Dars in beeld. Het was een lastige keuze die ik achteraf dus beter niet had kunnen maken.”
Uitnodiging
Voordat de plannen van het sportcentrum definitief waren was er eerst een vergadering vanuit de horecabond met de gezamenlijke horeca van Wervershoof wat ze tegen De Dars konden doen. Loek was ook lid maar die had geen uitnodiging gekregen maar wist er toch van. Loek stapte binnen en vroeg: “Goedenavond heren, wie verzorgt hier de uitnodigingen? Er werd wat gemompeld en hij ging zitten. “Laat maar”, zei hij. “Ik ben er toch.” De gezamenlijke horeca voelde zich buitenspel gezet maar Loek had heel wat anders in het hoofd. “Ik zoek nog iemand die de bruiloften en partijen kan regelen want daar heb ik geen verstand van.” “Dat doen we vast niet,” was het antwoord. “Diezelfde avond werd ik gebeld door twee horeca-ondernemers die er toch wel oren naar hadden. Wat overigens niet is doorgegaan. Eerst afgebrand worden en daarna toch willen praten. Dat stond me niet zo aan.”
Gillende meiden met Doe Maar
“Ik heb een paar mooie jaren gehad daar me Doe Maar, Golden Earring, Ivan Rebroff met het Westfries Mannenkoor en in de dancing bijna de hele vaderlandse popscene: Drukwerk, Massada, Dolly Dots, The Nits, Herman Brood en noem maar op. Bij Doe Maar was het gigantisch. Die meiden waren helemaal van het padje af, gillen! Ik ben wel blij dat ik voor het podium het gebied in vakken had verdeeld met hekken om de druk te verdelen anders had het fout afgelopen ben ik bang. Wat een massahysterie.”
7 kratten bier
Na 3 drie jaar trekt Loek zich terug uit De Dars. “Nu ga ik een tijdje niks doen, dacht ik. Niet eens een week later reed ik alweer op de vrachtwagen voor Dick Vink uit Andijk. Ik had al wat klusjes gedaan omdat ik een groot rijbewijs heb. Ik reed gelijk op Engeland en bouwde daar wat connecties op. Ik haalde cd’s uit Engeland omdat die daar goedkoper waren dan hier en ik nam bier mee voor ze omdat dat weer goedkoper was in Nederland. Je mocht 7 kratten bier per persoon invoeren in Engeland, mits je daar 24 uur verbleef. Ik ben ook wel eens met 20 man naar een popconcert in Engeland geweest die tijd.… Dan weet jij dat het uitstekend werkt hierboven (wijst met z,n wijsvinger richting hersens).”
9 jaar reed Loek op de vrachtwagen tot de truck er uit moest. Na wat omzwervingen via een uitzendbureau kwam hij op de bus terecht. Z’n eerste rit op de bus was naar Duitsland waar hij de fanfare Jong Leven bij een concours bracht. 20 jaar rijdt Loek alweer, met veel plezier, voor Jan de Wit.
Op de vraag wat hij eigenlijk had willen worden dat hij jong was antwoordde hij: “elektriciën, maar dat kon niet omdat ik niet zo goed kon leren. Ik raakte op de technische school richting hout en metaal wat me overigens niet zoveel interesseerde. Ik gooide toen een gulden op, munt is metaal en kop is hout. Het werd munt. Diploma gehaald en een paar las-diploma’s. Ik had er niet veel mee.”
Samenwerken
“De horeca in Wervershoof mag wat meer samenwerken volgens Loek. Samen sta je sterker. Samen kan je meer bewerkstelligen. Als je een visie hebt heb je ook meer geloof in het slagen van het evenement. Met het Carrot Blues Festival in mijn tijd is dat een aantal keren goed gegaan. Ik weet het, ik ben een ouwe lul en ik weet niet of iemand nog zit te wachten op mijn mening maar volgens mij is samenwerken van alle tijden.”